Erik Deforce was een Belgische ontwerper, interieurarchitect en kunstenaar gevestigd in Vlaanderen. Hij was een pionier en bevlogen kenner van Italiaans en Scandinavisch modernistisch design uit de jaren zestig. Zijn ontwerp ‘the Lord’ een chaise longue uit 1970 is zijn ultieme topstuk.
In zijn beeldend werk verzinnelijkt Deforce een mysterieuze wereld van kosmische archetypen. Zijn schilderijen en keramische sculpturen verbeelden magische oerfiguren van het tijdloze, mythische levenssymbolen en archetypen van vruchtbaarheid, erotiek en aardse sensualiteit.
Kunstcriticus Fernand Bonneure noemde hem ‘de meester van de ronde vormen’ en schrijft: “Deforce weet wat verf is, hij werkt en experimenteert ermee tot hij de gewenste tonaliteit, de bedoelde warmte heeft bereikt. … Hij zweert bij warmere tinten, bruinen in alle aard, blauwen die veredeld worden tot diep violet, of “uitfaden” tot lichtroze versobering. Een rijkdom die spreekt van hartstochtelijke omgang met verf en vooral met kleuren. "
Erik Deforce 1937-2012
Erik Deforce - alias Rik of Ric Def, studeerde aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten van Doornik. In 1959 behaalde hij het diploma Interieurontwerp en richtte meteen een van de allereerste design- en lifestyle-winkels op in Oostende, gespecialiseerd in de toen zeer vernieuwende modernistische ontwerpen van Italiaans en Scandinavisch design geproduceerd door bedrijven als Sormani, Poltronova, Knoll International, Archizoom, Superstudio .
Na een start-up aan het Wapenplein te Oostende die hij uitbaatte samen met zijn vrouw Helga Dewaele (pianiste), verhuisden ze in 1962, het jaar van hun huwelijk, naar de Adolf Buylstraat om er een topzaak met showroom van meer dan driehonderd vierkante meter uit te bouwen genaamd SAGA Design Centre.
SAGA Design Centre 1963-1970
Door hun passie, vooruitstrevende visie en directe contacten met enkele van de grootste Italiaanse ontwerpers en meubelbedrijven, bracht Saga een uitzonderlijke collectie moderne meubels, design, lifestyle-objecten en kunstwerken samen. In een mum van tijd werd Saga het icoon van het nieuwe modernisme dat ook architectonisch in Oostende tot bloei kwam met de grote wederopbouw van de stad na de Tweede Wereldoorlog. Saga was een pionierszaak en zowat de eerste die in Vlaanderen werken introduceerde van onder meer Gae Aulenti, Claudio Sallochi, Mario Bernini, Sergio Cammilli, Ettore Sottsass, Angelo Mangiarotti, Tobia Scarpa, Arne Jacobson.
In deze tijd deed Erik Deforce veel interieurontwerpen van modernistische villa's en appartementsgebouwen. Al heel vroeg kwam zijn idee om ook zelf meubels te ontwerpen. Hij werkte samen met kleine familiebedrijven uit zijn geboortestreek Kortrijk , zoals Gervan en Durlet te Izegem, Hi-Plan in Ingelmunster en Devrieze in Hertsberge.
Design, ontwerp en creatie
In 1970 maakte Erik Deforce een opmerkelijk debuut met de G-Collection op de 2de biënnale “Interieur ‘70” te Kortrijk. De show werd gepresenteerd door de fabrikant Gervan uit Ingelmunster, waar Deforce aangesteld werd als manager en hoofdontwerper van de modernistische meubels binnen het bedrijf. Stukken als de ‘Lord', nu een internationale vintage klassieker, 'Viterbo' en 'Twen', werden een jaar later gevolgd met de ‘President', 'Hilton' en 'Modulor', nog enkele van zijn visionaire ontwerpen. De Lord, Deforce’s onbetwiste topstuk toont een bijzonder pure lijn gebaseerd op de ergonomie en vertebrale structuur van het menselijk lichaam waarmee hij qua uitstraling als vormgeving zonder enige twijfel naast de beroemde chaise longue LC4 van le Corbusier mag staan.
Zijn meubelontwerpen werden meestal in beperkte oplage gemaakt, soms zelfs beperkt tot prototypes of kleine series van een tiental aantallen, vaak in particuliere opdracht. Ondanks de relatief kleine oplages kregen enkele van zijn ontwerpen internationale belangstelling. Maar zoals vaak gebeurde in die tijd, strandde de productie van pionierende ontwerpers door mislukkingen in management, marketing, logistiek en productiecapaciteit. Sommige van zijn ontwerpen werden echter bekroond door het International Design Centre Brussels en waren vertegenwoordigd op plaatsen zoals de International Design Fair Biennale in Kortrijk, Londen, Glasgow en Essen. Als zodanig toonde ook zijn veelgeprezen Jeans Rondo collection, geproduceerd door Hi-Plan, een nieuwe visie die het toegankelijk maken van design tegen democratische prijzen voorop stelde. De Jeans Rondo Collection was mede door de nominatie van het Brussels Design Centre vooral in Nederland een commercieel succes.
In 1972 besloten Erik Deforce en zijn vrouw Helga Dewaele, het Saga Design Centre te sluiten om zich meer op creatief werk toe te leggen. Zijn vrouw gaat terug piano spelen en lesgeven aan het muziekconservatorium van Kortrijk. Deforce wilde zich bevrijden van de toenemende zakelijke aspecten en verantwoordelijkheden die Saga met zich meebracht en wilde zijn andere passie, tekenen en schilderen, terug opnemen. Vanaf dat moment werkte hij als freelance ontwerper tot het einde van zijn leven, waarbij hij in verschillende periodes wisselde tussen ontwerp, interieur-projecten, schilderkunst en keramiekbeeldhouwkunst.
Gestimuleerd door zijn vriend, mentor inspirator en kunstenaar Yves Rhayé (1936 -1995), gaat Deforce in 1974 voor een carrière als beeldend kunstenaar en komt hij al snel naar buiten met zijn eerste tentoonstellingen in diverse Oostendse Clubs en Galerijen.
Schilderijen en beelden
In zijn schilderijen en beelden ontwikkelde Deforce een eigen stijl die niet paste bij de grote internationale kunstscènes van zijn tijd die hij te avant-gardistisch, experimenteel, deconstructief of te conceptueel vond. In plaats daarvan onderzoekt Deforce een beeldtaal die zijn fascinatie voor de transparantie van lijn en kleur, de picturale verfijning van inhoud en vorm, vooruit stelde, op zoek naar universele meta-vormen zoals hij die bewonderde in het werk van een van zijn idolen en helden Paul Klee. In zekere zin is schilderen voor Deforce een portaal dat de weg opent naar een poëtische uitdrukking van een innerlijke wereld die ons verbindt met de verlangens en mysteries van het leven, die van geboorte, leven, erotiek en bewustzijn. Als verschijningen van de ongrijpbare en magische aard van het leven kijken zijn sculpturen en schilderijen om zo te zeggen naar ons toe. Het lijken wel mythische figuren in abstract romantische landschappen die eerder een contemplatieve kijk bieden op de mysterieuze dimensies en onbewuste drijfveren die het leven bepalen en omringen.
De schilderijen van Deforce zijn donker-transparant, sluierachtig en aan de nacht gewijd. Ze tonen de metafysische horizon achter de sluier van de werkelijkheid. Ze verbeelden de nachtwakers, het zien van het innerlijke oog, de betovering van de wereld in de kleurrijke gloed van de nacht. De nacht als de tijd van het onbewuste. De tijd waarin onderscheid en bepaaldheid onmogelijk zijn. De tijd van de liefde. De tijd van Eros. De tijd van engelen en demonen die wonen in de surreële dimensies van de geest. De nacht als de sluier van het licht, de kleur van het onzichtbare. De nacht die toegang biedt tot die andere wereld, die verbergt en tegelijkertijd onthult wat verborgen is.
Het subtiele en donkere kleurenpalet van Deforces schilderijen tonen zijn voorliefde voor de oude glaceertechniek. Zijn schilderijen hebben een uitgesproken palet van gloeiende aardse kleuren die zijn opgebouwd door het langzaam over elkaar heen leggen van meerdere transparante verflagen. Diverse tinten van eenzelfde kleur worden in doorschijnende lagen verdunde olieverf boven elkaar aangebracht met een grote dieptewerking en een rijkdom aan iriserende kleuren als resultaat.
Als beeldenmaker hield Deforce niet van beitelen of uithouwen maar was hij net als Rhayé aangetrokken door de plastische mogelijkheden van klei. Hij gebruikte verschillende boetseer en kleitechnieken zoals ‘columbin’, die hij bij het bakken afwerkte met verschillende lagen emaille met een uitgesproken voorkeur voor patines van brons, zilver en goud.
In zijn beeldend werk verzinnelijkt Deforce een mysterieuze wereld van kosmische archetypen. Zijn schilderijen en keramische sculpturen verbeelden magische oerfiguren van het tijdloze, mythische levenssymbolen en archetypen van vruchtbaarheid, erotiek en aardse sensualiteit. Het zijn symbolische voorstellingen van de meer mythologische dimensies van de schepping in de vorm van abstracte fallische totems, vruchtbaarheidsgodinnen en androgyne of hermafrodiete wezens. Deze wezens leven in een stille, symbolische wereld omringd door een sfeer van zwoele sensualiteit. Veel van de werken verbeelden universele vormen en themas zoals het ei, het oog, de maan, de zon, de sluier, de nacht, de horizon... naast uilen, madonna's, godinnen en medusa's, plant, ader, tak- of hersenstructuren, antropomorfe silhouetten, het mannelijke en vrouwelijke geslacht, borsten en zwangere buiken, allen met elkaar verbonden tot mythologische androgene prototypes van de menselijke natuur.
De stijl van Deforce is persoonlijk, eigenzinnig en duidelijk herkenbaar. Vele werken ademen in een sfeer die balanceert ergens tussen surrealisme en Vlaams magisch realisme. In die zin sluit Deforce esthetiek nauw aan bij het soort magisch-surrealistisch-antropomorfisme van gelijkaardige kunstenaars die uit de Vlaamse kleigronden zijn ontsproten zoals Yves Rhayé, Hubert Minnebo, Jef Van Teurenhout, Octaaf Landuyt en Jacky De Maeyer. In hun poging de "condition terrestre" te overstijgen, creëerden deze kunstenaars elk op hun eigen manier mythische wezens en magische landschappen. Ze lijken stille getuigen in een vreemde en geheimzinnig soort tuin der lusten waar erotiek en spiritualiteit transcenderen en het oog van de kijker meevoeren in de etherische en ongrijpbare kracht van het beeld.
Design, ontwerp en kunst
Vanaf de jaren tachtig bleef Deforce met regelmatige terugkeer en voor langere periodes werken als ontwerper, interieurarchitect en kunstenaar. Zijn eerste huwelijk loopt uit op een echtscheiding en hij hertrouwt met Adi Pinckers met wie hij zich in Knesselaere vestigde in een samen met haar gerestaureerde boerderij. Zijn stijl werd vooral in zijn meubelontwerp doorgaans meer en meer eclectisch.
In de jaren 1990 en in het eerste decennium van de 21e eeuw werden nieuwe series ontwerpen gerealiseerd met onder andere Durlet Compagny - Chaise Lounge 'Vincent' - en de meubelfabrikant Devriese Furniture uit Hertsberge. Met die laatste, bekend om zijn samenwerkingen met Durlet, produceerde hij een ambitieuze nieuwe collectie postmoderne klassiekers, D&D collection. Opgevat als een totaalconcept, liet Deforce zich inspireren door klassiekers uit het verleden die hij conceptueel herwerkte tot nieuwe postmoderne vormen met een duidelijke knipoog naar de Italiaanse ontwerpers Ettore Sottsass en Claudio Salocchi, die hij beschouwde als de grote genieën van de Italiaanse designscène.
In 2008 verliet Deforce België om er permanent te gaan wonen in Frankrijk, in het bergdorp Apchon in het departement Cantal van het Centraal Massief.
Deforce creëerde tot 200 meubelontwerpen, maakte ongeveer 400 schilderijen en ongeveer 150 keramische sculpturen. Zijn werk zit voornamelijk verspreid in Vlaamse privécollecties.
De man en zijn familie
Erik Deforce was gekend als een joviale charmeur met een fijne zin voor humor. Hij was een man van vele artistieke talenten, een gepassioneerde sympathieke verteller bij een altijd aanwezig goed glas alcohol en zoals dat in de jaren zestig gebruikelijk was, een verstokte kettingroker. Zijn talent om mensen te overtuigen met zijn passie voor architectuur, design en interieur, kleur, verf en doek was bevlogen, aanstekelijk en innemend. Hij was echter geen zo een goed onderhandelaar als het op de verkoop van eigen werk aankwam. Naast successen en beproevingen kende hij ook enkele moeilijke periodes, maar legde bij tegenslagen, een sterke veerkracht aan de dag die hem er met soms bijtende humor of vrolijke kwinkslag steeds weer bovenop bracht.
Erik Deforce is twee keer getrouwd geweest en liet vijf kinderen na (Arne, Elke, Karen, Lorin uit het eerste huwelijk en Vincent uit het tweede). Hij woonde en werkte achtereenvolgens in Oostende, Jabbeke, Brugge, Knesselare en in het bergdorp Apchon in het Centraal Massief (Frankrijk). Hij stierf te Brugge op 7 september 2012 aan de gevolgen van kanker.
Sept 2021, AD